Tuintips
Tips van onze leden
En heeft u een mooie oogst, dan moet er natuurlijk ook nog lekker worden gegeten. Ook daar kunnen we elkaar helpen door de lekkerste recepten te delen.
Heeft u het idee dat er nog een tip of een recept ontbreekt? Laat het weten en wij plaatsen het met plezier.
Tips voor de tuin:
Bemesting
Doel en gebruik van onze meststoffen:
Ammoniaksulfaat:
Ammoniaksulfaat is een chemische, snelwerkende meststof rijk aan stikstof. Ammoniaksulfaat zorgt voor een snelle groei van planten. Deze meststof werkt verzurend en is gunstig voor de bemesting van zuurminnende gewassen. Ammoniaksulfaat zorgt voor een effectieve mosbestrijding in het gazon. Gezien de zuurtegraad van het product blijft bekalken van niet-zuurminnende gewassen noodzakelijk.
Samenstelling: 21%N
Dosis: gazon 3kg/100m², andere teeltafhankelijk.
Bazaltmeel:
Bazaltmeel zorgt voor een preventieve gewasbescherming. Bazaltmeel is een zeer fijn gemalen gesteente uit vulkanische gebieden. Het bevat een hoge concentratie aan silicium, kalk, magnesium en sporenelementen, die zorgt voor een optimale natuurlijke weerstand van de plant tegen schadelijke invloeden van buitenaf. Slechts een keer per twee weken de planten bestuiven zorgt voor een blakende gezondheid van uw gewas.
Bazaltmeel heeft de positieve eigenschap om stikstof vast te houden en belet het uitspoelen hiervan in de bodem. Het leent zich uitstekend als toevoeging voor de samenstelling van de ideale composthoop.
Bentoniet:
Bentoniet is een natuurlijk product dat de watercapaciteit van de bodem aanzienlijk verhoogt, het voorkomt het uitspoelen van alle benodigde voedingsstoffen (meststoffen) die de grond bevat. Bentoniet kan in potgrond vermengd worden waardoor minder water dient gegeven te worden. Bentoniet is een kleimineraal dat van nature in de bodem voorkomt. Kleibodems zijn zwaardere gronden, waar uitspoeling van meststoffen minder voorkomt. Dit kleimineraal houdt heel wat water vast.
Blauwe korrel:
Universele meststof voor het bemesten van de gehele sier- en groentetuin.
Samenstelling: NPK 12-12-17 (+2)(+15)
Dosis: teeltafhankelijk.
Compostmaker:
100% natuurlijk product dat is opgebouwd uit een selectie van hoogwaardige grondstoffen. Zorgt voor de ideale voedingsbodem voor compostbacteriën.
Cyaanamide:
Kalkcyaanamide is een specialiteit in de moderne plantenteelt. Kalkcyaanamide is een milieuvriendelijke meststof met meervoudige werking. Op grond van zijn bijzondere samenstelling verzorgt kalkcyaanamide de planten op ideale wijze met stikstof en levert de bodem de zo waardevolle kalk. Gelijktijdig wordt de druk van onkruiden en ziekten verminderd door de deelwerking van kalkcyaanimide tegen de uit zaad opkomende één- en tweezaadlobbige onkruiden alsook tegen de met de bodem verbonden ziekten.
Samenstelling: 20%N + 50% CaO
Dosis: teeltafhankelijk.
Fimus:
Samengestelde universele meststof voor tuin en gazon.
Samenstelling: NPK 7-5-7 + (2)
Dosis: teeltafhankelijk.
Floranid permanent:
Professionele universele meststof voor het bemesten van de gehele sier- en groentetuin en boomgaard.
Samenstelling: NPK 16-7-15(+2).
Dosis: teeltafhankelijk.
Viano korrelkalk:
Viano korrelkalk zorgt voor een goede aanvulling van de normale bemesting. Het toedienen van kalk impliceert een PH-verhoging, wat de meststofopname verbetert. Niet gebruiken bij zuurminnende planten. Het magnesiumgehalte zorgt voor een diepgroene bladkleur. De fijne witte korrel is makkelijk strooibaar met de hand of met de meststofstrooier. Deze kalk is door zijn hoge zuurbindende waarde (50%) uitermate geschikt voor het voorkomen van mossen in gazons.
Samenstelling: 50%Nw – 5 MgO.
Dosis: teeltafhankelijk.
Groene korrel:
Groene korrel is een verrijkte universele meststof met 6 spoorelementen en magnesium. Het product wordt gebruikt voor de teelt van groenten, in boomkwekerijen, bij klein fruit, grasperken en siertuinen. (Spoorelementen: ijzer, boor, koper, mangaan, zink en molybdeen)
Samenstelling: NPK 12-11-18s (+2 +20 +Sp)
Dosis: gazon 5 Kg/100m², andere teeltafhankelijk.
IJzersulfaat:
IJzersulfaat zorgt voor een snelle en effectieve bestrijding van mos, dat op enkele dagen zwart wordt. Nadelen zijn het gevaar voor vlekken op tegels en het afdoden van bodemleven. Ongeveer een week na het strooien van ijzersulfaat worden het afgestorven mos en de viltlaag verwijderd door te verticuteren.
Samenstelling, 18% Fe.
Dosis: 5 Kg/100m².
Industriële javel:
Dit krachtige ontsmettingsmiddel is heel actief tegen groene mosaanslag op klinkers en muren. Het is een relatief goedkoop product maar heeft een heel doeltreffende werking. Bij voorkeur onverdund met een nevelsproeier aanbrengen. Let op kledij, plastiek en planten.
Samenstelling: 47-50° BE.
Kieseriet magnesiumrijk:
Kieseriet is een natuurlijk product dat magnesium bevat. Magnesium is belangrijk bij de vorming van de groene bladkleur. Kieseriet wordt daarom meestal toegediend bij planten waar de bladkleur een belangrijke rol speelt ( bladhoudende struiken, hagen, gazons). Kieseriet vormt de perfecte aanvulling van het NPK menu van elke plant.
Samenstelling: 25%MgO – 50%SO3.
Dosis: teeltafhankelijk.
Koemest:
Organisch bodemverbeterend middel rijk aan organische stof. Gedroogde en gesteriliseerde koemest, vrij van onkruidzaden en ziektekiemen.
Samenstelling: NPK 7-5-7 +(2)
Dosis: 15 Kg/100m².
Landbouwkalk – eclat :
Basis kalkmeststof, bevat minder spoorelementen dan dolomiet of zeewierkalk. Niet gebruiken bij zuurminnende planten.
Samenstelling: 70%NW.
Dosis: 10 Kg/100m².
Lavameel:
Vulkanisch oergesteente, rijk aan mineralen. Wordt in de potgrond als toegelaten middel gebruikt en in de biologische teelt als stuifpoeder toegepast ter bestrijding van plagen en ziekten op fysische wijze. Het poeder vormt een barrière voor ziekten. Verbetert de bodemstructuur.
Magnesiumkalk:
Kalkmeststof met een hoog magnesiumgehalte dat de diepgroene bladkleur verzekert. Geschikt voor alle toepassingen in de tuin (groenteteelt, boomgaard en gazon). Niet gebruiken bij zuurminnende planten.
Samenstelling: 58% NW – 19% MgO.
Dosis: 10-15 Kg/100m².
Superfosfaat:
Fosfaten bevorderen de ontwikkeling van de wortels en de rijping van de vruchten. Gazons worden minder gevoelig voor droogte. Fosforgebrek komt vooral voor op ijzerhoudende gronden, alsook op arme, aangevoerde gronden.
Samenstelling: 18% P205.
Dosis: teeltafhankelijk.
Osmocote exact standard 5-6 maanden:
Osmocote exact is een gecontroleerd vrijkomende meststof. Deze meststof is speciaal ontwikkeld als basisbemesting voor potplanten en boomkwekerij. De voedingselementen worden over een langere periode vrijgegeven, afhankelijk van de werkingsduur van het product. Het product bevat hoofd- en spoorelementen in iedere korrel. Met Osmocote exact wordt het afgifte patroon aan de voedingsbehoefte van de plant gedurende de teelt aangepast. De harslaag rondom elke korrel bepaalt namelijk, uitsluitend onder invloed van de temperatuur, de dagelijkse afgifte van de voedingsstoffen. Deze afgifte wordt dus niet beïnvloed door andere externe factoren.
Samenstelling: NPK 15-9-9(+3)+ TE wateroplosbaar.
Dosis: teeltafhankelijk.
Patentkali :
Speciale kaliummeststof met een hoog gehalte aan magnesium en zwavel. Magnesium in patentkali is aanwezig uit het natuurlijke mineraal « Kieseriet ». Is zeer geschikt voor chloorgevoelige en magnesiumbehoeftige gewassen zoals aardappelen, sier- en bloementeelt, fruit, vollegrondsgroenten en boomkwekerijgewassen. Is toegelaten als meststof in de biologische land- en tuinbouw.
Samenstelling: 30K20 + 10MgO + 42SO3 / chloorarm.
Dosis: 2-12 Kg / 100m² afhankelijk van de teelttoepassing.
Fertigreen gazonmest:
Fertigreen gazonmest is een NPK meststof met een evenwichtige samenstelling, aangepast aan de behoefte van het gazon. De voedingselementen zijn zo opneembaar dat een snel resultaat gegarandeerd is. Vlot strooibare en snel oplosbare korrel verrijkt met extra magnesium.
Samenstelling: NPK 20-5-10s + 3MgO / chloorarm.
Dosis: 2-3 Kg /100m².
Fertigreen tuinmeststof:
Gekorrelde NPK meststof voor algemeen gebruik in siertuin en groentetuin. Uitgebalanceerde samenstelling voor een evenwichtige bemesting met extra magnesium. Chloorarm.
Samenstelling: NPK 9-7-14s ++3MgO + 20SO3 / Chloorarm.
Dosis: 3-14 Kg / 100m² afhankelijk van de teelttoepassing.
Samengestelde: NPK + MgO
N: Stikstof is belangrijk voor de groei en de vorming van bladeren en stengels van het gewas.
P: Fosfor is essentieel voor de goede inworteling van een gewas. Het zorgt voor een basisbemesting.
K: Kalium is noodzakelijk voor de vruchtvorming en de goede weerstand tegen droogte, koude en ziekten.
MgO: Magnesium is ook vaak terug te vinden in meststofsamenstellingen, het zorgt voor een mooie groene kleur van het gewas. Momenteel beschikbare samenstellingen zijn onderhevig aan wijzigingen.
Viano 6-7-8 + bacteriën:
Nog efficiënter door nuttige micro-organismen. Activeert het bodemleven. 100% organische stikstof. Hoog gehalte aan organisch stof. Chloorarm.
Samenstelling: NPK 6-7-8.
Dosis: 10-20 Kg / 100m² – teeltafhankelijk.
Viano leguma:
Het hoge potasgehalte verhoogt de weerstand tegen ziekte, verbetert de smaak en de bewaring van fruit en groenten. Magnesium garandeert een beter bladgroen. Enkele dagen vóór het zaaien of planten, Viano leguma uitstrooien. De meststof mengen met de aarde tot op een diepte van 10 cm. Tijdens de groei en in functie van het gewas, kan de behandeling hernomen worden.
Samenstelling: NPK 5-6-13 + 4 MgO.
Dosis: 8-20 Kg / 100m² – teeltafhankelijk.
Viano greencomfort 4 in 1 organisch :
Organische gazonmeststof met lange werking. Anti – mos op basis van ijzerchelaat: doodt alle mos. Vlekt niet – (ook niet op kledij). Verdelgt al het breedbladige onkruid in het gazon. Bacteriën verorberen de viltlaag en maken verticuteren overbodig. Kruimel – stofvrij.
Samenstelling: NPK 9-3-3 (+3) MgO.
Dosis: 10-15 Kg / 100m².
Zeewierkalk:
Verbetert de zuurtegraad en de bodemstructuur. Optimaliseert de werking van meststoffen en activeert micro-organismen. Poeder met spoorelementen.
fijnheid 90% < 0,16 mm, 45.
45 zuurbindende waarde.
4 % MgO.
Dosis: 8 – 10 Kg / 100 m².
Strooizout:
Handig voor de winterdagen.
Edialux – Formulex Herbit:
Totale onkruidverdelger om te gieten.
Samenstelling: 60% natriumchloraat – nr. 71/B.
Dosis: 2,5 Kg / 10L water = 100m².
(bron: volkstuin Koersel)
Bestrijdingsmiddelen
Onkruid! Het is de eeuwige vijand van iedere tuinier. Wat je ook doet, het steekt altijd weer de kop op. De grote vraag blijft altijd: hoe verdwijnt het?
Hoe eerder het onkruid weg is, hoe beter het is voor de planten. Onkruid onttrekt namelijk niet alleen vocht en voedingsstoffen uit de bodem, maar heeft ook een grote aantrekkingskracht op plaagdieren en ziekten.
Schoffelen
Schoffelen is en blijft de beste en meest milieuvriendelijke manier om onkruid te lijf te gaan.
Schoffel bij voorkeur op een droge zonnige dag, dat scheelt een hoop tijd. Het onkruid kan dan blijven liggen, want de zon droogt het onkruid uit. Is het buiten vochtig, dan moet je het onkruid wel verwijderen, want anders kunnen de wortels zich weer in de grond gaan vastzetten.
Schoffel zoveel mogelijk als het onkruid nog jong is dan heeft het geen kans om zaad te zetten.
Blijft na het schoffelen toch wat onkruid overeind staan, trekt het er dan even met de hand uit. Zorg er wel voor dat je wortel en al meeneemt.
Schoffelen van onkruid dat in het zaad staat is af te raden; het zaad verspreidt zich over de grond. Dit onkruid kunt u met de hand uittrekken en daarna afvoeren. Gooi nooit onkruid dat in het zaad staat in uw compostbak…… wie dat doet kan rekenen op een veelvoud aan onkruid als de compost na verloop van tijd op het land wordt aangebracht.
Om dezelfde reden is het niet verstandig om onkruid dat in het zaad staat op uw land te laten liggen drogen/ verteren. Ook dan kunt u rekenen op een veelvoud aan onkruid in uw grond en ook uw buren zullen last krijgen van uw onkruid.
Bestrijdingsmiddel
U mag op het complex uitsluitend gebruik maken van middelen die zijn toegestaan voor amateur-tuiniers. Kies altijd voor een milieuvriendelijk middel. Onze tuinwinkel heeft altijd toegestane middelen in voorraad.
Leest u voor gebruik de aanwijzingen op de verpakking goed en houd u aan de voorschriften voor toepassing en gebruik .
Om de vloeistof te verspreiden, kun je het beste een plantenspuit nemen. Het middel wordt dan gelijkmatiger verdeeld dan met een gieter. Enkele uren na het spuiten wordt het onkruid bruin en gaat dood.
Let er bij het verspreiden van het middel op dat alleen het onkruid in contact komt met de vloeistof. Een goed hulpmiddel hierbij is een speciale onkruidkap.
Het beste kan je gieten of spuiten in de avond, op een droge, niet al winderige dag zodat het onkruid de volgende morgen het vocht goed kan opnemen.
Onkruid voorkomen kan met bodembedekker, deze planten zorgen voor een dergelijk dikke laag dat onkruid geen kans krijgt.
Onkruid tussen een vlonder of tussen het grind voorkom je door anti-worteldoek te gebruiken.
Om zelf te maken
Er zijn een aantal middelen om onkruid of ongedierte te bestrijden gemakkelijk zelf te maken :
- Rabarbergier; Laat een aantal bladeren inwater een aantal uren trekken en dit treksel gieten bij de stam van de planten.
- Rabarberextract; Kook 1 kg rabarberbladen in 2 liter water laat dit een 20 minuten zachtjes doorkoken, +/- 5 gram groene zeep toe en dit goed zeven. Dit mengsel verdunnen , en over het gewas sproeien Goed tegen Koolvlieg , slakken en luizen.
- Zeepspiritus; Om luis te bestrijden hebben we 1 liter water, 5 gram groene zeep en 5 ml spiritus nodig
- Brandnetelgier; Brandnetels een week in water weken, dan wat groene zeep erbij, en zeven.
- Heermoesgier ; zie brandnetelgier, maar dan heermoes gebruiken . Levert veel fosfor!
Ik heb ook gehoord dat een mengsel van knoflook in water koken af laten koelen en wat groene zeep erbij ook helpt. ?
Wittevlieg
Door afrikaantjes en (of) oost Indische kers of goudsbloem naast (in de nabijheid.) van de planten te plaatsen, kunnen we de witte vlieg goed bestrijden. Deze planten scheiden een stof af die door de buurplanten wordt opgenomen zodat ze niet meer aantrekkelijk zijn. (probeer het eens bij komkommer, augurken en tomaten.)
Luizen
Luizen kunnen heel hardnekkig zijn.
- Zeepspiritus ( 1 liter water 5 gram groene zeep 5 ml spiritus )
- Brandnetelgier ( jonge brandnetels een week in water weken, dan wat groen zeep erbij, en zeven). Het stinkt wel.
- Rabarberzeep ( een kilo rabarberblad klein snijden en een half uur laat koken, na afkoeling wat groene zeep er bij, zeven ).
Rupsen
Rupsen zijn veelvraten vooral op kool. De vriendelijke manier van bestrijden is: zoveel mogelijk met de hand weghalen en ze zetten op een plek waar vogels en andere lief hebbers gemakkelijk bij kunnen komen.
Er zijn ook biologische middelen in de handel.
Heb u nog ideeën laat het weten.
Kook 1 kg rabarberbladen in 2 liter water laat dit een 20 minuten zachtjes doorkoken, +/- 5 gram groene zeep toe en dit goed zeven. Dit mengsel verdunnen , en over het gewas sproeien
Mieren
Kunnen heel lastig zijn.
Een mengsel van gist en stroop in gelijke delen heeft ook effect op de mieren.
Enkele planten waar mieren een hekel aan hebben zijn lavendel, goudsbloem, Afrikanen, boerenwormkruid, bieslook, brandnetel en kruizemunt.
In de vakhandel zijn biologische bestrijdingsmiddelen zoals mierenpoeder en lokdoosjes te koop die u van het mierenprobleem kunnen verlossen.
Mieren hebben een grote afkeer van nogal wat geurtjes en materialen. Deze afkeer kunnen we gebruiken om de mier uit (delen van) de tuin te weren. Hieronder staan een aantal mogelijkheden.
Uitstrooien van soorten peper, koffiedik, kruidnagel, knoflook en kalk.
Uitgieten van uien- en knoflooktreksels.
Slakken
Slakken houden van jonge plantjes.
Het alom bekende middel om slakken te bestrijden: graaf een paar bekertjes of potjes tot 1 centimeter onder de rand in de grond, en doe er wat bier in. ( proef even of het wel lekkere bier is )
Een perfect middel is: kook 20 minuten 100 gram Alsem in 1 liter water, laat het nog een dag verder trekken, zeef het en sproei onverdund over het gewas. Goed tegen slakken maar ook anderen insecten.
Als je meloen gaat eten snij deze over midden en lepel het vruchtvlees eruit, de halve schil kan gebruikt worden als val voor slakken ze zijn er gek op, je kunt ook sinaasappels gebruiken; wel omgekeerd neerleggen! De volgende dag kan je al kijken of je wat gevangen hebt ; als dat zo is kun je ze weer klaarleggen voor vogels en ….. eenden zijn er ook gek op.
Gebruik geen slakkenkorrels die de rupsen doden, want deze zijn niet goed voor het milieu; als de vogels en anderen dieren giftige slakken eten, gaan ze veelal dood of krijgen een steeds grotere concentratie aan gifstoffen in hun lijf . Uiteindelijk komen die gifstoffen terug op ons eigen bord en in ons lichaam !
Speciale netten voor gewasbescherming
In de professionele teelt wordt vaak gebruik gemaakt van speciale netten, die zo fijnmazig zijn dat kool- en wortelvlieg of witte vlieg niet meer bij de gewassen kunnen komen. Deze netten komen steeds vaker op de markt in afmetingen die ook voor hobbytuiniers aantrekkelijk kunnen zijn. Deze netten worden verkocht onder de naam anti-insectengaas of teeltgaas. Voor meer info zie:
https://www.zaadhandelvanderwal.nl/nl/shop/netten_gazen_protectienetten
Ratten en muizenbeheersing en – bestrijding
najaar 2014: In Nederland is sprake van een rattenplaag. Zie :http://nos.nl/artikel/2005392-overlast-van-ratten-neemt-toe.html
Het is dus niet vreemd dat ons complex, dat in een landelijke omgeving ligt. dus ook meer last heeft van ratten. Door de aanleg van de rondweg worden ratten bovendien verjaagd uit het gebied waar nu mensen en machines actief zijn en ook dat zorgt voor extra ratten in onze omgeving.
Hoe kun je ratten bestrijden?
Allereerst moet de omgeving minder aantrekkelijk gemaakt worden; dat houdt in:
– zorg dat er geen takken, stenen en andere materialen liggen : ratten maken er graag een schuilplaats tussen of onder.
– zorg dat in een composthoop alleen klein gemaakte stukjes snoeihout e.d. worden gebruikt en hetzelfde geldt voor overblijfselen van hoge bonen en peulvruchten.
– laat geen afgevallen vruchten en zaden op de grond liggen. Ratten eten alles en zijn dol op fruit en op zaden. Dat betekent o.a. dat zonnebloemkoppen verwijderd dienen te worden .
Verder is bij de echte bestrijding het gebruik van vergif verboden voor particulieren per 1 januari 2015 !
Wat blijft er dan nog over ?
– u kunt klemmen en vallen kopen en plaatsen.
Tenslotte nog een tip van dhr. v. Dasselaar die vele jaren ervaring heeft met het vangen van muizen op de volgende wijze:
– graaf een emmer tot de rand aan toe in de grond en vul hem met voldoende water om te voorkomen dat een muis erin de bodem kan raken. Kies bij voorkeur een plek in de buurt van een plaats waar duidelijk sporen zijn van muizenactiviteiten. Muizen die erin vallen zullen verdrinken.
Compost
Wetenswaardigheden over het composteren:
Kennis van zaken vooraf:
- De compostpier zit bovenaan in de grond
- De regenworm zit dieper in de grond
De compostbak zelf
- De bodem bestaat grotendeels uit zand, of aarde waarlangs het overtollige vocht weg kan en nuttige beestjes naar binnen kunnen.
- Leg dus nooit alleen maar stenen of hout op de bodem van de compostbak!!
- Bedek de compost in de winter met bv kartonnen dozen (nooit met plastic!).
- In de zomermaanden best de composthoop beschaduwen (bv door een vlier- of frambozenstruik).
Wat mag er op de compost?
- Gehakseld materiaal is goed mits het fijn te hakselen.
- Kamerplanten: best eerst de grond afschudden.
- Haagscheersel is het beste materiaal omdat het bestaat uit groen (bevat stikstof) en bruin (bevat koolstof) materiaal. Wel fijn knippen!
- Grasmaaisel, mits vermengd met droog materiaal ( bladeren, snoeisel)
- Onkruid zonder zaad geeft geen problemen.
- Bruin materiaal zoals karton ( onbedrukt), takken en stro
- Houtskool en -as bevatten veel kali + kalk; met mate op de composthoop
- Beukenblaren verteren moeilijk => goed mengen
Wat mag er ( liever) niet op de compost?
- Snijbloemen zijn meestal bespoten producten; liever niet !
- Aarde en zand zijn niet composteerbaar.
- Eikenblad bevat looistoffen => is nadelig voor de composthoop.
Wat mag beslist niet op de compost?
- Afval van koolplanten
- Aardappelloof en aardappelen zelf.
- Afval van tomatenplanten
- zieke planten
- onkruid dat al duidelijk zaad draagt
Waar kun je het eindproduct ( mooie compost) voor gebruiken?
- Bij kolen => veel compost
- Aardappelen => niet te veel composteren (afstand: 50cm)
- Bladgroenten en vruchtgewassen => veel compost. Het mag zelfs onrijpe compost zijn. (3 maanden oud) .
- Bessen en fruitbomen: 2 cm compost rond doen, omdat deze ondiep wortelen.
Tenslotte:
Compost en kalk NOOIT gelijktijdig strooien. De verbranding gaat dan sneller verlopen met als gevolg dat er veel verloren gaat in de lucht. Best is er 3 weken tussen te laten. Om dezelfde reden geen kalk gooien op de composthoop.
Groenten verbouwen
Groenten algemeen:
Algemene informatie
Wisselteelt:
Maak elk jaar een tekening en bewaar die goed , want de meeste gewassen kunnen beter niet weer op hetzelfde stuk worden verbouwd. Het handigst is om een vruchtwisseling aan te houden van vier jaar.
Op de tekening geeft u aan op welke delen u mest heeft aangebracht, en hoeveel en waar u welk gewas gaat verbouwen. Heel belangrijk is dat u aangeeft waar u aardappels en tomaten gaat verbouwen. Deze gewassen verdragen namelijk geen vers opgebrachte mest, maar groeien uitstekend als er een jaar eerder is bemest.
Elke soort plant heeft zijn eigen, specifieke behoeften aan mineralen. Wanneer je elk jaar op dezelfde plek dezelfde planten zou kweken put je de grond dan ook uit wat die bepaalde voedingsstoffen betreft.
Er is nog een goede reden om wisselteelt toe te passen. Aardappelen kunnen last hebben van Phytophthera, kool van knolvoet en zo meer.
De sporen, eitjes en poppen van deze boosdoeners kunnen overleven in de grond. Maar meestal maar een beperkt aantal jaren. Dus door je gewassen elk jaar op een andere plaats te zetten en pas na bijvoorbeeld 3 of 4 jaar weer op dezelfde plek maak je het erg moeilijk voor deze ziekteverwekkers en plaagdieren om te overleven.
Planten worden voor wisselteelt ingedeeld in 4 groepen:
kruisbloemigen: alle soorten kool, koolrabi, rammenas, raapstelen, paksoi, radijs, mosterdzaad
vlinderbloemigen: alle soorten bonen, peulen, erwten, kapucijners
nachtschaden: aardappels, paprika’s en tomaten
overigen: wortels, bietjes, knoflook, ui, prei, postelein, sla, andijvie, spinazie, mais, pastinaak, schorseneer, aardpeer, witlof, bleek- en knolselderie, courgettes en pompoenen.
Dat is gedaan omdat de planten in één zo’n groep vooral dezelfde plaagdieren hebben en dezelfde voedingsstoffen uit de grond halen. Dat geldt niet heel streng voor de groep “overigen”.
Voor wisselteelt met deze vier plantengroepen deel je je tuin in 4 vakken in.
Wanneer je niet aan aardappels doet wordt het een drievakken systeem met driejarige roulatie. Daar kun je een zesjarig systeem van maken door binnen een groep de gewassen ook iedere keer weer op een andere plaats te zetten. Bijvoorbeeld als na 3 jaar de vlinderbloemen weer op stukje A komen, zet daar dan de erwten neer wanneer daar 3 jaar geleden de bonen stonden. Wissel zo binnen de groep “overigen” wortels + uien af met prei + selderie.
Roulatieschema:
1e jaar kruisbloemigen
2e jaar overigen
3e jaar vlinderbloemigen
4e jaar aardappels
Wisselteelt op een tuin die in vier vakken A t/m D is verdeeld in vier opeenvolgende jaren:
Tuin in 1e |
jaar: |
tuin in 2e |
jaar: |
in 3e |
jaar: |
in 4e |
jaar: | |||
A |
C |
A |
C |
A |
C |
A |
C |
|||
kool-soorten |
vlinder- bloemige |
overige |
aardappel |
vlinder-bloemige |
kool-soorten |
aardappel |
overige |
|||
D |
B |
D |
B |
D |
B |
D |
B |
|||
aardappel |
overige |
kool-soorten |
vlinder-bloemige |
overige |
aardappel |
vlinder-bloemige |
kool-soorten |
Bemesting
Het gebruiken van dit schema heeft het volgende bemestingsvoordeel: De koolsoorten kunnen een stevige bemesting gebruiken. Dus op vak A spit je in het najaar flink wat verse stalmest onder of in het vroege voorjaar werk je flink wat oude mest en/of compost en/of koemestkorrels door de grond. Het tweede jaar hoef je dat stuk niet te bemesten: de wortels, bietjes, sla en andijvie die je daar dan neerzet liften nog mee op de forse bemesting van de koolsoorten. Het jaar dáárop zet je peulvruchten op dat stukje. Bemesten is niet nodig. En in het laatste jaar komen er aardappels. Die hebben dan alleen baat bij Kalium, dat je in de vorm van een paar handen patentkali tussen de planten kunt strooien wanneer je ze gaat aanaarden. Je gaat vak A pas weer flink bemesten vóór je er, het 5e jaar, weer koolsoorten neerzet.
Overigens bent u verplicht om ieder jaar een aardappelplan in te leveren. U kunt een leeg plan ophalen in de winkel, of een exemplaar downloaden vanaf deze site ( vanaf januari 2015). Het ingevulde exemplaar levert u vóór 15 mei in in de winkel of via de brievenbus op het complex. Ieder jaar wordt direct na 15 mei gecontroleerd of er inderdaad in de drie voorgaande jaren geen aardappelen zijn verbouwd op hetzelfde stuk van uw tuin. In het belang van de gezondheid van het hele complex wordt hier op toegezien en worden eventueel maatregelen genomen.
Indien u een nieuwe huurder bent van een tuin en de voorgeschiedenis niet kent, kunt u aan bestuursleden/ winkelbeheerders vragen om inzage in het aardappelplan van uw tuin in de afgelopen jaren.
Bemesting:
Bladgewassen zoals kool,sla prei,andijvie, spinazie en verder komkommer, augurk, knolselderij, pompoen en courgette houden wel van een beetje mest.
Wortelgewassen zoals wortelen, witlof, bieten, schorseneren, radijs en uien liever op grond die het jaar ervoor is bemest. Bij te arme grond enige goed verteerde mest of kompost geven.
Vrucht- en zaadgewassen zoals erwten en bonen, kruiden en bloemen, vragen weinig van de grond. De mest moet wel goed verteerd zijn.
Meerjarige gewassen om de paar jaar fijne kompost geven en anders op een andere plek zetten of opnieuw zaaien.
Zaaien:
Fijn zaad (kleine zaadjes) wordt op de grond (cq aarde) gezaaid en goed nathouden.
De wat grotere zaden, zoals erwten en bonen wat dieper en de tuinbonen tot 4 cm. Een goede richtlijn is om het zaad te bedekken met ongeveer 3 x zoveel als de dikte van het zaad. In het zaaien zit veel ervaring. Niet te dun zaaien, maar te dik zaaien geeft hoog opgroeiende, slappe planten. Bovendien treden dan gauw aantastingen op en voedsel- en vocht gebrek.
Let op!!! TIJDIG UITDUNNEN.
Groenten specifiek:
Bladgroente
Daar zijn er wel wat van als sla, andijvie, groenlof, spinazie enzovoorts.
Bladgroente heeft in ieder geval bescherming tegen wind nodig. Er zijn soorten die snel groeien en vroeg gezaaid kunnen worden, zolas porselein, raapstel en spinazie. Let goed op de zaaiperiode van de soorten anders heb je veel kans op doorschieten.
Knolgroenten
De namen zeggen het al, rodekool, wittekool, koolrabi, boerenkool en noem maar op.
Bepaalde kolen zijn niet zo makkelijk te kweken zoals bloemkool, wittekool en nog meer van deze noemen we sluitkolen. Dit soort kolen hebben gauw last van knolvoet, schimmels en rupsen. Boerenkool en spruitkool gaat meestal wat beter. Deze kunnen op het land blijven staan.
Peulgroenten
Peulgroentes zijn goed te kweken en geven weinig problemen.
Peulgroentes zijn natuurlijk peultjes, stokbonen, doperwten , stambonen en zo voorts. De groenten lekker jong plukken dan zijn ze heerlijk. Bepaalde soorten zoals kapucijners, doperwten en droogbonen kunnen we door laten groeien, laten drogen en dan doppen. Peulgroenten zijn heel goed in te vriezen.
Vruchtgroenten
Hier vallen onder meer: Augurk, Courgette, Komkommer, Meloen en Tomaten. Er zijn natuurlijk nog veel meer soorten.
Vruchtgroenten groeien snel, het is dan ook belangrijk de groei goed in de gaten te houden. We moeten bij courgette, augurk, komkommer de vruchten niet te lang laten zitten want dat houd de groei van de andere vruchten tegen.Als de vruchten te groot worden krijg je zaadvorming. Er zal ook wel eens getopt en gediefd moeten worden voor een betere vruchtzetting, bijvoorbeeld bij tomaat.
Heg of haag verzorging
Verzorgings- en onderhoudsadviezen voor uw ligusterheg
U heeft een tuin die grenst aan het hoofdpad dat afgezet is met een ligusterheg. Om te bereiken dat alle heggen er in de toekomst goed uit komen te zien willen wij u enkele verzorgings- en onderhoudsadviezen geven. Wij hopen dat u bereid bent mee te helpen ons complex er nog mooier uit te laten zien door goed voor uw heg te zorgen!.
A: Welk deel van het onderhoud wordt centraal gedaan? ( bij corvee/ speciale werkdagen)
1. Voeding geven geschiedt tenminste 1x per jaar, in het voorjaar tijdens een corvee/ werkdag.
2. De heg wordt aan de bovenkant en aan de kant van het hoofdpad door een aantal tuinleden gesnoeid.
B: Wat wordt van u verwacht voor het onderhoud van de heg langs uw tuin?
1. Lucht in de grond:
Om genoeg zuurstof in de grond te krijgen en in natte perioden het water weg te laten lopen is het van belang dat u de grond zowel aan het hoofdpad als op uw tuin losmaakt met een cultivator ofwel drietand. Auto’s rijden namelijk de grond vast langs en onder uw heg.
2. Grond:
Om uw tuin op hoogte te houden (met onze veengrond klinken wij elk jaar ruim 1 cm in) is het van belang dat u nieuwe grond aanbrengt op uw tuin. Let er daarbij op dat u onder de heg aan beide kanten ook grond aanvult, zo voorkomt u dat de wortels van de heg in het water komen te staan.
3. Voedingsstof:
Als u in de zomer (delen van) uw tuin aan het bemesten bent, liefst met Culvita koemestkorrels, strooi dan ook wat aan beide kanten onder de heg. Hiermee zult u een frisgroene heg krijgen. De laatste jaren is er namelijk veel regen gevallen in voor- en najaar en veel voedingsstoffen zijn verdwenen in het oppervlaktewater. Daarom is het van belang dat u uw heg verwent.
4. Snoeien:
2x per jaar is het nodig dat u de heg aan de binnenkant snoeit, in april/mei en in augustus/september. Het knipsel kan, mits fijngeknipt , gecomposteerd worden.
NB: bij zonnig weer kunt u niet snoeien in verband met verbranding. Houd het weer dus goed in de gaten.
5. Onkruid:
Probeer de grond aan beide kanten van de heg onkruidvrij te houden. U kunt zichzelf veel tijd besparen door, voordat het onkruid uitzaait, op tijd te schoffelen/rapen. Wortelonkruiden zoals heggewinde, kweekgras en met name heermoes zijn moeilijk te verwijderen.
Zodra deze boven de grond komen zult u ze echt consequent af moeten schoffelen, alleen zo bereikt u dat deze soorten uiteindelijk niet meer terug komen. De aanhouder wint!!
Als er veel onkruid langs de heggen staat, zal er tegen het onkruid gespoten worden.Deze ingreep kunt u voorkomen door de grond onder en bij de heg onkruidvrij te houden.
6. Ruimte:
Legt u geen tegels, bielzen, hout en dergelijke tegen de heg aan de kant van uw tuin; hiermee belemmert u de groei, zuurstofopname en het onderhouden van uw heg.
Het advies is om, uit het hart van de heg gemeten, 30 cm vrij te houden.
7. Afwatering:
Probeer er voor te zorgen dat overtollig regenwater naar de sloot wegloopt, zodat de wortels zuurstof kunnen blijven opnemen; ligusters zijn tenslotte geen moerasplanten.
Tuinen met een kas of schuurtje kunnen via een goot en een ton waar het regenwater in opgevangen wordt, via een overloop middels een slang het overtollige water afvoeren.
8. Geduld:
Blijf positief en heb geduld, ook als uw heg niet zo mooi en snel groeit als u zou willen. Ook dat is nu eenmaal onderdeel van het planten kweken.
Heeft u nog vragen? Kom gerust naar mij toe of bel mij op tel. nr. 0182-394068 of 06-55900082. U kunt ook komen kijken als we aanwezig zijn onze tuin C7/C10 hoe ik één en ander heb opgelost.
Veel succes!
Nico Uittenbroek – Mei 2013
Natte tuin zo goed mogelijk verhelpen
Eenvoudige stappen
Voorkom dat de grond inklinkt bij het tuinieren.
1. Loop alleen op de paden.
2. Leg planken op de grond om tussen de planten te lopen.
Zorg dat de grond luchtig wordt en blijft.
1. Spit de tuin in het najaar of aan het einde van de winter om.
2. Spit ten miste de bovenste 30 cm om.
3. Blijf de grond tijdens het seizoen doorharken.
Vlakke tuin
1. Zorg dat de tuin zo vlak mogelijk ligt. Voorkom dat er kuilen ontstaan waarin water kan blijven staan.
2. Hark de grond regelmatig vlak.
Composteer tuinresten
1. Composteer plantenresten en niet bloeiend onkruid en gebruik de compost op de tuin.
Waterafvoer tuinhuis of kas
1. Vang het regenwater dat op tuinhuisje of kas op in een regenton.
2. Zorg voor een overloop als de regenton vol is. Laat het water niet op de tuin lopen.
Iets meer ingrijpende stappen
Blijf op hoogte. De percelen in het veenweide gebied klinken langzaam in de dalen hierdoor. Daarnaast verwijdert u bij het oogsten altijd wel wat grond.
Hoog de tuin regelmatig op
1. Hoog de tuin regelmatig op door opbrengen van mest, compost of grond. Regelmatig is jaarlijks of om het jaar.
2. Om een tuin van 150 m2 1 cm op te hogen heeft u 1,5 kuub mest, grond of compost nodig.
Ingrijpende stappen
Hoewel de stand van het oppervlakte water vaak hoog is, loont het om maatregelen te nemen dat het water weg kan lopen naar de sloot. Vaak zijn dit stappen om samen met de buren aan te pakken.
Waterafvoer door greppels
1. Graaf langs de randen van de tuin een greppel, die uitkomt op de sloot. De greppel moet ten minste 30 cm diep zijn.
2. Zorg dat de greppel naar de sloot loopt.
3. Zet planken of tegels langs de randen van de greppel om te voorkomen dat de greppel inzakt.
4. Onderhoud de greppel door overtollige grond te verwijderen en ingezakte delen te herstellen.
5. De greppel kan ook onder een pad liggen.
Waterafvoer door drainagebuizen
1. Leg een of meerdere drainagebuizen in de tuin. Leg ze op zo’n 30 cm diepte.
2. Leg de buizen in een bed van zand, zowel aan de onder- als bovenzijde.
3. Buizen lenen zich ervoor om onder een pad te leggen.
4. Leg naast buizen of putten aan om te beoordelen dat het water wegloopt en niet blijft staan.
5. Leg onder het tussenpad ( tussen de tuinen) een hoofdbuis die naar de sloot loopt, met aftakkingen naar de eigen tuinen.
6. Omdat de grond inklinkt vragen de buizen jaarlijkse controle en herstel.
Vragen?
Als u vragen heeft, stel deze dan aan één van uw collega tuingenoten of aan de mensen in de tuinwinkel.
Vuilafvoer
Tips voor de keuken:
Aardappel-knolselderij puree
Aardbeientaart met basilicum
Bietjes - in de oven gepoft
Bietjes - in de oven geroosterd
Courgette in zoetzuur
Courgettebasis voor soepen in de wintertijd
Courgettebrood
Courgettepuree
Courgette soep (koud) en courgettegratin
Courgette soep romig
EtonMess
Groene-bonensalade met munt en sjalot
Groene kool of Spitskool in kokossaus
Groentemix geroosterd
Pesto
Ingrediënten 50 g verse basilicum blaadjes 1 grote teen knoflook, met het mes gekneusd 1 eetlepel pijnboompitten 6 eetlepels extra virgine olijfolie 25 gram Pecorino Romano, fijngemalen zout ( recept van Delia Smith ) Werkwijze Als je een blender hebt doe je de basilicumblaadjes,knoflook, pijnboompitten en olijfolie met een snufje zout in de mengbeker en laat de machine alles vermalen en mengen tot een smeuïge puree. Breng de puree dan over in een schaaltje en meng er de Pecorino door. Als je geen blender hebt, maar wel een goede staafmixer, kun je op de zelfde manier werken. Anders moet je in een vijzel de basilicum, knoflook en pijnboompitten tot een pasta maken en daarna voeg je zout toe en beetje bij beetje de kaas. Tenslotte voeg je ook beetje bij beetje de olie toe en blijf je mengen tot je een mooie puree hebt. Pesto laat zich zeer goed invriezen. Gebruik hiervoor bij voorkeur een goede ijsblokjesmaker ( siliconen, tupperware o.i.d.) Na het invriezen doe je de blokjes in een zakje en je haalt eruit wat je per keer nodig hebt. Voor rode pesto voeg je wat zongedroogde tomaat op olie toe. De beste basilicum voor dit doel is Genovese.
Tip: Verbouw basilicum bij voorkeur onder glas; erg gevoelig voor slecht weer en zeer in trek bij slakken!!
Pompoensoep met geroosterde amandelen
Rabarber Compote
Rabarber Compote en rabarberkruimeltaart
Rabarber crumble ijs
RabarberYoghurtFool
Rode kool speciaal voor de feestdagen
Smelt in een grote pan, met dikke bodem, de boter op hoog vuur en voeg dan de baconsnippers toe. Roer goed en laat in ongeveer 4 minuten tijd wat kleur krijgen. Haal de pan van het vuur.
Leg nu een kwart van de geschaafde rode kool op het licht gebakken spek, doe er een kwart van de appels op, een kwart van de rozijnen, een kwart van de sinaasappelschil en van de bruine suiker. Herhaal laag voor laag, tot alles op is . Duw tenslotte de 2 pijpjes kaneel goed in de rode kool.
Zet de pan terug op een hoog vuur en voeg de wijn en de azijn toe. Breng aan de kook en laat 3 à 4 minuten koken. Sluit de pan dan af met een zeer goed sluitend deksel, en breng het vuur terug naar de kleinst mogelijke stand ( eventueel op kleinere brander) en laat ongeveer anderhalf uur zachtjes sudderen, tot alles zacht is.
Vooral niet roeren, omhalen enz!! Zorg dat het deksel goed sluit, maar controleer wel iedere 20 min of er nog voldoende vocht in de pan is en vul evt aan met wat water. Deze rode kool verspreidt een heerlijke geur die helemaal past bij kerst en winter! Wordt alleen maar nog lekkerder na invriezen.